Hoe schrijf je hbo?
24/01/2019

Nicol Tadema
Ambassadeur en oprichter
arbeidsmarktcommunicatie
Alle onderwijstypen schrijf je met kleine letters. Of je nu het type onderwijs of de school zelf bedoelt. We begrijpen het dilemma overigens heel goed. In de ene wervingstekst staat HBO met hoofdletters en in de andere met kleine letters, dus hbo. Bij weer een andere tekst zie je midden in een zin Hbo oppoppen. Nog erger is het als je in 1 wervingstekst alle 3 varianten tegenkomt. Je weet dat er dan iets fout gaat…
Naast de schrijfwijze van onderwijs en scholen, maken we het plaatje compleet in dit blog. Zo schrijf je hbo, universiteit of bijvoorbeeld hbo’er nooit meer fout!
Je schrijft dus altijd hbo met kleine letters
Bijvoorbeeld:
- je hebt in ieder geval een hbo-diploma.
- het hbo bij ons in de buurt staat goed aangeschreven.
- de minimale eis is een afgeronde hbo-opleiding.
Zoals je in de bovenstaande voorbeelden ziet, schrijf je bij een samentrekking met bijvoorbeeld de woorden opleiding en diploma, altijd een koppelstreepje. Je schrijft dus hbo-student, hbo-opleiding, hbo-diploma en ga zo maar door…
Nog zo’n puntje: als iemand een hbo-opleiding volgt, is dat een hbo’er. Geen hbo-er dus. Dit woord is namelijk een afleiding van hbo. We plakken aan de afkorting hbo of mbo –er. Mét apostrof natuurlijk.
Hoe schrijf je andere typen scholen en onderwijs?
Eigenlijk is het heel simpel: alle benamingen van typen scholen en onderwijs worden met een kleine letter geschreven, ongeacht hoe ze opgebouwd zijn.
Ik geef je wat voorbeelden:
- woorden ‘op zich’: atheneum, gymnasium, lyceum, universiteit.
- samenstellingen (ook als ze een naam bevatten): basisschool, basisvorming, beroepsonderwijs, jenaplan, kunstacademie, leonardoschool, montessorionderwijs.
- woordgroepen: bijzonder onderwijs, brede school, hoger onderwijs, middelbare school, openbare scholengemeenschap, speciaal onderwijs, tweede fase, vrije school.
- letterwoorden (afkortingen die klinken als een gewoon woord): havo, mavo, moedermavo, pabo.
- initiaalwoorden (letter voor letter uitgesproken): bso, hbo, mbo, roc, tso, vwo.
Verwarring over afkortingen in het onderwijs
Bij sommige afkortingen kan er verwarring ontstaan over de betekenis. Denk bijvoorbeeld aan aso (algemeen secundair onderwijs), bo (basisonderwijs), ho (hoger onderwijs) of wo (wetenschappelijk onderwijs). Hier mag je dan punten gebruiken om misverstanden te voorkomen: a.s.o., b.o., h.o. en w.o. Maar… komen er in de tekst meerdere onderwijstermen voor? Dan zijn de punten vaak niet nodig.
Samengevat: je schrijft typen scholen en onderwijs dus altijd met kleine letters, behalve aan het begin van een zin en soms bij eigennamen. Kijk, dat is duidelijke taal! En als je dat weet, schrijf je dus voortaan altijd havo, vwo, gymnasium, hbo, wo en universiteit. It’s that simple.